De wet, de grondwet en de grondrechten
Paragraaf 2.1 Onze rechten
Grondrechten
De belangrijkste wet van ons land is de grondwet. Hierin staan de basisregels van ons land. We hebben deze sinds 1798.
De grondwet geeft een beschrijving van:
- Hoe ons land wordt bestuurd. ( taken van staatshoofd en de tweede kamer)
- Welke rechten en plichten ons staatshoofd en de burgers hebben.
- Welke rechten het bestuur van ons land ( de overheid ) ons niet kan afnemen.
De overheid mag nooit een burger zijn grondrechten afnemen.
Er zijn twee soorten grondrechten, klassieke en sociale. Klassieke grondrechten verbieden de overheid iets te doen in het leven van de burgers. Bijvoorbeeld verbod op censuur. Sociale grondrechten dwingen de overheid iets te doen voor de burgers. Bijvoorbeeld het stimuleren van woningaanbod.
Botsende grondrechten
Het kan ook dat grondrechten botsen, hiermee wordt bedoeld dat ze elkaar tegenstaan. Een voorbeeld: stel je hebt twee wetten. Wet 1: vrijheid van meningsuiting. Wet 2: geen discriminatie. Als iemand discrimineert en dat zijn mening is, zou hij dus vrijheid van meningsuiting hebben maar mag hij niet discrimineren. Daarom zitten er aan bepaalde wetten grenzen. Bij wet 1 moet je rekening houden met andere wetten.
Paragraaf 2.2 Trias Politica
Het bestuur van ons land is geregeld door de opvattingen van Montesquieu ( 1681-1755). In 1748 schreef hij een boek: ‘L’esprit des lois’. Hierin bespreekt hij dat de vrijheid van de burger het beste is geregeld wanneer er in een staat geen machtsmisbruik plaats kan vinden.
Om machtsmisbruik tegen te gaan kwam hij met het idee van de trias politica. Dit houdt in dat de staat de drie belangrijkste machten zou scheiden en deze onafhankelijk van elkaar zouden werken. De scheiding ziet er zo uit:
- wetgevende macht: maakt de wetten
- uitvoerende macht: voert de wetten uit
- rechterlijke macht: straft de overtreders van de wet
Trias politica in Nederland
Nederland heeft de trias politica grotendeels overgenomen, zo ziet het eruit:
wetgevende macht | parlement ( volksvertegenwoordiging ) + regering ( koning + ministers) |
uitvoerende macht | regering ( in de praktijk: kabinet + ambtenaren ) |
rechterlijke macht | onafhankelijke rechters |
Je ziet dat er twee keer regering staat. Volgens Montesquieu zou dit machtsmisbruik zijn, maar de wetten die de ministers maken moeten altijd goedgekeurd worden door de meerderheid van het parlement ( Eerste + Tweede Kamer ) voordat hij uitgevoerd mag worden. De uiteindelijke beslissing van de wetgevende macht ligt dus bij de volksvertegenwoordiging.
De ministers van Nederland bedenken bijna alle wetsvoorstellen. De totstandkoming van een wet gaat als volgt:
- Een minister maakt een wetsvoorstel.
- Wetsvoorstel gaat naar de Raad van State ( bestaat uit geleerde mensen die de regering adviseren).
- Na debat en eventuele wijzigingen wordt het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer.
- Wetsvoorstel wordt aangenomen door de Eerste Kamer.
- Koning plaatst zijn handtekening onder de wet.
- Wet wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
- Minister gaat de wet uitvoeren.
Reactie plaatsen
Reacties