Ontstaangeschiedenis van het Nederlandse Koninkrijk
Paragraaf 1.1 Republiek
Het ontstaan van de Republiek
In de 16e eeuw hoort Nederland bij Spanje. Karel V laat zijn rijk opdelen in twee stukken, een stuk gaat naar z'n broer en het andere stuk naar z'n zoon. Filips II (de zoon) leidt Nederland.
In 1568 brak de 80-jarige oorlog uit. De belangrijkste reden hiervan was vanwege religie. Men ging namelijk twijfelen over het Katholieke geloof (Het rijk was Katholiek). De mensen vertrouwde de uitleg van de kerk over de bijbel namelijk niet, ook gedroegen geestelijken zich niet correct, zij waren uit op geld. Ook werden er in het Katholieke geloof ambten verkocht en aflaatbrieven.
Het christendom splitste zich in twee groepen, waaronder de protestanten. Zij waren bezig met de reformatie van de kerk. Willem van Oranje vocht voor de vrijheid van godsdienst en Filips II was niet blij met deze gebeurtenissen.
in 1648 Was de vrede van Münster door Spanje erkend. Vanaf toen was Nederland een officieel zelfstandig land, genaamd Republiek der 7 verenigde Nederlanden.
Bestuur van de Republiek
Ieder gewest in de Republiek waren eigenlijk allemaal zelfstandige landjes (staten), al deze staten hebben ieder hun eigen wetten en regels. De soevereiniteit lag bij de staten zelf.
Regenten (afgevaardigden) werden door adel en zeer rijke burgers gekozen, zij namen plaatsen in de Staten. De buitenlandse politiek en het leger kwamen vaak ter sprake in overleggen, deze waren in Den Haag in de Staten-Generaal. Hier had elk gewest 1 stem, want elk gewest stuurt één regent en deze moet beslissen voor eigen staat. Waar deze regent zich aan moest houden stond in de lastbrief.
Paragraaf 1.2 Franse overheersing: Bataafse Republiek
In 1795 valt Frankrijk Nederland binnen. Er was net in 1789 een revolutie uitgebroken in Frankrijk en deze kreeg aanhangers in Nederland. Maar toen Frankrijk Nederland binnenviel was dit het begin van het ontstaan van de Bataafse Republiek, vanaf toen was Nederland ook een eenheidsstaat.
In 1806 was Nederland onder leiding van Napoleon en heette we het Koninkrijk Holland. In 1810 was Nederland een provincie van Frankrijk.
Doordat de Fransen ons land overnamen bracht dat veel veranderingen o.a. de scheiding tussen kerk en staat. Hierdoor kon de kerk geen invloed uitoefenen op de staat. Ook kwam er een grondwet, Code civil, achternamen werden verplicht en iedereen moest dezelfde maten aannemen.
Paragraaf 1.3 Koninkrijk der Nederlanden
In 1813 werd Napoleon verslagen 2 jaar later in 1815 was Nederland officieel een koninkrijk onder leiding van Willem I (van het koningshuis), Nederland was dus net als vele andere landen een dynastie. De ministers en het volk kregen weinig te zeggen. Dit leidde tot verzet want vele vonden dat de koning niet alle macht mocht hebben en dat het parlement meer te zeggen moest krijgen.
Door dit verzet werd de constitutie aangepast uiteindelijk gebeurde dit in 1848 door Thorbecke. Thorbecke heeft de grondwet aangepast aan hand van de Trias Politica van Montesquieu. Door deze aanpassing verliest de koning veel macht aan de ministers. De ministers werden afhankelijk van de volksvertegenwoordiging.
In de nieuwe grondwet stond dat de koning onschendbaar is en dat de minister verantwoordelijk zijn voor zijn daden, oftewel de minister is verantwoordelijk voor de koning. Dit noemen we ministeriële verantwoordelijkheid.
In 1868 weigerde het parlement om met de ministers samen te werken, uiteindelijk werd de minister ontslagen, dit was ook ten nadele van de koning aangezien de minister en de koning aan de zelfde kant stonden. Vanaf dit jaar was Nederland een constitutionele (grondwet) parlementaire monarchie (koninkrijk), hierin wordt de macht van de koning beperkt.
Officieel was het alleen nog géén democratie, dit kwam doordat er censuskiesrecht was. Dit houdt in dat alleen mannelijke rijke burgers mochten stemmen, ook was er voor 1917 nog een districtenstelsel. Hierbij wordt het land verdeeld in evenveel districten als zetels in de Tweede Kamer. In elk district wordt apart gestemd, de partij met de meeste stemmen krijgt de zetel.
Paragraaf 1.4 Parlementaire Democratie
Men ging strijden voor algemeen kiesrecht. In 1917 kregen mannen dit al en hadden vrouwen passief kiesrecht, ze mochten zich verkiesbaar stellen. Uiteindelijk in 1919 kregen vrouwen ook actief kiesrecht en mochten ze in 1922 voor het eerst stemmen. Sindsdien is Nederland officieel een democratie waarbij het parlement door het volk is gekozen.
Je hebt twee soorten democratie, namelijk:
- Directe democratie: Iedere burger van 18 jaar of ouder moet over elk besluit meebeslissen. Dit is haast niet mogelijk aangezien je dan geen tijd meer overhebt voor je eigen werk en niet iedereen heeft genoeg verstand over dit soort zaken.
- Indirecte democratie: Iedere burger van 18 jaar of ouder mag eens in de vier jaar stemmen op een persoon uit een politieke partij, ook wel een parlementaire democratie
Sinds 1917 heeft Nederland dus een evenredige volksvertegenwoordiging. Dit is een verkiezingsstelsel waarbij je eerst de kiesdeler bepaald en met deze kiesdeler kan je het aantal zetels berekenen per partij. De kiesdeler = Aantal geldige stemmen : Aantal zetels in Tweede Kamer. Aantal zetels per partij = Aantal geldige stemmen per partij : Kiesdeler
Er blijven altijd wel stemmen over, dit noem je de reststemmen, deze zijn net te weinig voor een zetel. Er blijven dus ook zetels over, dit noem je de restzetels, deze worden met een ingewikkelde formule verdeeld.
Reactie plaatsen
Reacties